Polos en sangsih
Sommige instrumentengroepen spelen meer dan één partij. Bij de gangsa zijn het er meestal twee, polos en sangsih. De melodie van de polos (vlak, recht) volgt doorgaans de neliti: de basismelodie (zie les 3). Spelers van de sangsih (verschillend, volgend) moeten eerst de polos-melodie beheersen voordat zij hun eigen partij kunnen instuderen. Gevorderde spelers kunnen de sangsih-partij afleiden wanneer zij de polos-partij horen.
Bij homofone delen speelt de sangsih een kempyung partij. Bij snellere passages wordt de gangsa-melodie in twee complementaire delen gesplitst. Dit heet kotekan. Beide technieken worden hieronder toegelicht.
Ngempat of kempyung
Ngempat of kempyung duidt op een interval van vier noten. De sangsih instrumenten spelen dan een partij die een kempyung hoger ligt dan die van de polos. Wanneer de polos-partij één van de drie hoogste noten van het instrument speelt, spelen de sangsih-instrumenten de polos-melodie mee. De speelwijze is homofoon, wat inhoudt dat polos en sangsih gelijktijdig klinken.
Kotekan
Kotekan wordt in het Engels ‘interlocking melodies’ genoemd. Bij deze techniek wordt een melodie in twee partijen gesplitst. Elke partij bestrijkt de gehele melodie maar slaat een aantal noten over. De partijen vullen elkaar aan, en als beide partijen samen worden gespeeld is de volledige melodie te horen.
De polos-partij sluit het meest aan bij de neliti. De sangsih ‘vult de gaten’ van de melodie in. In het algemeen speelt de sangsih daarbij meer off beat dan de polos.
De kotekan techniek maakt het mogelijk om passages te spelen met een snelheid die met één partij niet haalbaar zou zijn. Onderstaande video illustreert dit goed. Gewoonlijk wordt iedere partij door een afzonderlijk instrument of groep instrumenten gespeeld, maar in onderstaande video worden beide partijen op één instrument gespeeld waardoor het interlocking-effect beter te zien is. In de video wordt kotekan afgewisseld met kempyung.
Ook voor de reyong zijn er kotekan-patronen. Meestal spelen de spelers op de eerste en derde positie dezelfde partij evenals de spelers op de tweede en vierde positie. In onderstaande video wordt een demonstratie op langzaam tempo gegeven van beide partijen afzonderlijk. Vervolgens worden ze gezamenlijk gespeeld. Tenslotte wordt het stuk op het eigenlijke tempo gespeeld.
In de volgende les wordt ingegaan op de verschillende soorten kotekan-patronen.
Norot
Norot is een specifieke versiering van de pokok of van de neliti. Bij langzame passages wordt de norot door de polos gespeeld, en speelt de sangsih een kempyung-partij. Bij snelle passages wordt de norot in kotekan-vorm gespeeld.
Bij de norot worden twee naast elkaar liggende noten om-en-om gespeeld. De laagste van de twee komt telkens overeen met de noot van de basismelodie die op dat moment klinkt. Wanneer de basismelodie van toon verandert, wordt in de drie voorafgaande tellen van de norot een overgangsmelodie gespeeld. Deze overgangsmelodie wordt gespeeld op de twee noten die overeenkomen met de volgende toon van de basismelodie. De norot loopt dus drie tellen vooruit op de basismelodie.
Norot op de gangsa
In onderstaande animatie worden vier opeenvolgende neliti-tonen (a-e-o-u) omspeeld met een norot in basisvorm (dus zonder kotekan). De animatie laat alleen de polos-partij zien. De neliti-toon wordt met een pijl aangegeven. De noten van de norot lichten blauw op. De noten van de overgangsmelodie lichten groen op.
De kotekan-vorm van de norot voor de gangsa wordt in de volgende les behandeld.
Norot op de reyong
Op de reyong wordt hetzelfde norot-patroon gespeeld als op de gangsa, met de bijbehorende kempyung-partij. Vanwege het beperkte bereik van iedere speelpositie worden de norot– en kempyung-partijen verdeeld over de spelers waarbij iedere speler soms een norot-noot speelt en soms een kempyung-noot. Dit resulteert in vier partijen die niet eenvoudig te herleiden zijn tot één van beide melodieën. In dit document worden de verschillende partijen weergegeven. Het document geeft twee mogelijke sets van patronen, er zijn echter meer patronen mogelijk.
De eerste video hieronder bevat een demonstratie van de norot-patronen voor iedere noot en voor iedere afzonderlijke positie. Op de ugal wordt telkens de basis-noot gespeeld. Aan het einde worden de vier partijen gelijktijdig gespeeld terwijl de ugal (twee keer) een toonladder speelt. De tweede video laat de patronen voor de eerste twee posities zien. De patronen in beide video’s wijken soms af ten opzichte van bovenstaand document.
De volgende video laat een norot-demonstratie op de reyong zien.