Les 2 – Stemming

Les 1
Les 3

Toonschalen

Balinese instrumenten zijn gestemd volgens één van twee toonschalen, slendro en pelog. Deze twee schalen komen oorspronkelijk uit Java.

Slendro. Deze toonschaal bestaat uit vijf tonen. Tot de instrumenten die slendro gestemd zijn behoren de gender wayang, bamboe-instrumenten zoals tingklik en joged-ensembles, en de angklung (zie les 4 voor uitleg over muziekgenres). De notatie hieronder laat bij benadering de relatieve toonsafstanden zien.

Slendro toonschaal

Pelog. Deze toonschaal bestaat uit zeven noten. De meeste instrumenten die volgens deze toonschaal zijn gestemd bevatten slechts vijf van de zeven noten. Pelog gestemde orkesten zijn onder andere de gong kebyar, de gong gedé, de semar pagulingan, de gambang en de jegog.

Pelog toonschaal

Op Bali worden drie van pelog afgeleide vijftoonse modi (patet) gebruikt.

 patet selisir – bestaat uit de noten 1 – 2 – 3 – 5 – 6 (ding – dong – deng – dung – dang).
patet tembung – bestaat uit de noten 1 – 2 – 4 – 5 – 6 (dung – dang – ding – dong – deng).
patet sunaren – bestaat uit de noten 2 – 3 – 5 – 6 – 7 (dung – dang – ding – dong – deng).

In onderstaande Engelstalige video wordt een demonstratie gegeven van een slendro toonschaal op een Javaanse gender en van een zeventoonse pelog toonschaal op een Balinese zeventoonse gangsa (waarschijnlijk onderdeel van een semarandana orkest). De spreker laat op dit laatste instrument ook de toonladder van de selisir modus horen.

Demonstratie slendro en pelog toonschalen

Gong kebyar instrumenten zijn gestemd volgens de pelog selisir modus. De tonen heten ding, dong, deng, dung en dang (in notatie aangeduid met de klinkers i-o-e-u-a). Deze tonen komen bij de instrumenten die Swara Santi gebruikt ongeveer overeen met de westerse noten cis-d-e-gis-a (dus een halve toon lager dan hierboven genoteerd staat). De stemming is specifiek voor het atelier van I Nyoman Sudarna, waar de instrumenten van Swara Santi zijn gebouwd. De stemming van Balinese instrumenten kan sterk variëren per regio of zelfs per dorp, zowel in toonhoogte als in toonsafstanden. Bovendien verandert de stemming ook in de loop van de tijd, afhankelijk van de heersende smaak.

Ombak

De gangsa, calung, jegogan en gender rambat zijn paarsgewijs gestemd. Daarbij klinkt één instrument een fractie hoger dan het andere. Het verschil in frequentie is bij gong kebyar instrumenten ongeveer 10 Hertz. Hierdoor ontstaat een karakteristieke trilling, de ombak (golf). Het laaggestemde instrument heet penumbang (gonzer), het andere pengisep (zuiger).

In dit geluidsvoorbeeld met twee calung worden achtereenvolgens de penumbang, de pengisep en beide instrumenten tegelijk aangeslagen.

Les 1
Les 3